SV | Toen zeide Joab tot den koning: Nu doe de HEERE, uw God, tot dit volk, zoals deze en die nu zijn, honderdmaal meer, dat de ogen van mijn heer den koning het aanzien; maar waarom heeft mijn heer de koning lust tot deze zaak? |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר יֹואָ֜ב אֶל־הַמֶּ֗לֶךְ וְיֹוסֵ֣ף יְהוָה֩ אֱלֹהֶ֨יךָ אֶל־הָעָ֜ם כָּהֵ֤ם ׀ וְכָהֵם֙ מֵאָ֣ה פְעָמִ֔ים וְעֵינֵ֥י אֲדֹנִֽי־הַמֶּ֖לֶךְ רֹאֹ֑ות וַאדֹנִ֣י הַמֶּ֔לֶךְ לָ֥מָּה חָפֵ֖ץ בַּדָּבָ֥ר הַזֶּֽה׃ |
Trans. | wayyō’mer ywō’āḇ ’el-hammeleḵə wəywōsēf JHWH ’ĕlōheyḵā ’el-hā‘ām kâēm| wəḵâēm mē’â fə‘āmîm wə‘ênê ’ăḏōnî-hammeleḵə rō’wōṯ wa’ḏōnî hammeleḵə lāmmâ ḥāfēṣ badāḇār hazzeh: |
Toen zeide Joab tot den koning: Nu doe de HEERE, uw God, tot dit volk, zoals deze en die nu zijn, honderdmaal meer, dat de ogen van mijn heer den koning het aanzien; maar waarom heeft mijn heer de koning lust tot deze zaak?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Joab tot den koning: Nu doe de HEERE, uw God, tot dit volk, zoals deze en die nu zijn, honderdmaal meer, dat de ogen van mijn heer den koning het aanzien; maar waarom heeft mijn heer de koning lust tot deze zaak?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!